Stel je voor: je kan heerlijk in je tuin zitten ongeacht het weer. Misschien dan wel onder een dekentje, maar je wordt nooit meer nat of besneeuwd als je lekker buiten wilt ontspannen. Gelukkig zijn hier de perfecte producten voor: overkappingen!
Overkappingen komen in veel verschillende soorten en maten en worden al heel lang gebruikt. Van het overdekken van stations in Victoriaans Engeland tot het droog houden van een enorme trouwerij op het platteland, er zijn al heel veel toepassingen gevonden voor de handige daken zonder muren. Nu is de handigste toepassing nog steeds wel bij jou in de achtertuin, waar hij jou droog houdt.
De mogelijkheden
Er zijn verschillende soorten overkappingen die het allemaal verdienen overwogen te worden. Je kan een gehele veranda laten aanleggen met een dakje om je tuin een nieuw uiterlijk te geven. Ook zijn er pergola’s, dit zijn constructies bestaande uit vier palen met een doek of zeil als dak. Hier worden vaak tuinfeestjes mee (en vooral onder) gegeven. Je hebt ook nog prieeltjes, de wat meer traditionele vorm van tuinoverkappingen. Een soort kleine kapel waar thee kan worden gedronken of muziek kan worden gespeeld. Het prieeltje is wat groot voor een kleine achtertuin, maar doet het heel goed op een groter (gras)veld.
Keuzes, keuzes, keuzes
Het maken van een overkapping kan je op twee manieren doen. Je kan een vakman inhuren om de klus voor je te klaren, maar je kan ook een bouwpakket kopen en je overkapping zelf in elkaar schroeven. Hier kan je altijd nog hulp bij inroepen mocht dit echt niet lukken. Bij zo’n bouwpakket krijg je alle materialen (palen, planken, schroeven, etc.) aangeleverd, plus (hopelijk) instructies.
Wat je ook doet, denk goed na over wat voor soort overkapping je wilt en of deze ook bij je tuin past. Overweeg ook je financiële mogelijkheden en of je graag zelf wilt klussen of een vakman wilt inhuren voor advies en/of handwerk. Maar, wat je ook doet, houd altijd die mooie afgemaakte overkapping in gedachte en jij eronder op een fijne zomeravond, genietend met je vrienden. Dat is toch de ‘wow’-factor?